Resultaten
In de volgende paragraaf worden de verschillende deelvragen beantwoord vanuit de verzamelde data. Deze deelvragen werken toe naar de uiteindelijke hoofdvraag. Deze wordt in de conclusie beantwoord.
Deelvraag 1: Wat zijn informatievaardigheden?
Uit de literatuurreview blijkt dat informatievaardigheden competenties zijn die de leerlingen in staat stellen om [digitale] informatie kritisch te zoeken, vinden, beoordelen en verwerken worden verstaan (Boetje & Heitink, 2024). Deze definitie is een bevestiging van de definitie van Stellmach (2016). Hij stelt namelijk dat informatievaardigheden competenties zijn die nodig zijn om informatie op een verantwoorde en doeltreffende manier te zoeken, verwerken en verspreiden. Volgens de Association of College and Research Libraries (ACRL) zijn informatievaardigheden onderverdeeld in verschillende competenties (ACRL, 2016):
- Informatie zoeken: effectief zoeken via zoekmachines, databases en dergelijke, ook fysieke, bronnen
- Informatie beoordelen: de capaciteit om te beoordelen of de informatie juist is, relevant is en passend bij het onderwerp.
- Informatie verwerken: het vermogen om informatie op een zinvolle manier te ordenen, te verwerken, en te interpreteren.
- Informatie gebruiken en communiceren: het op de juiste manier gebruiken en overbrengen van informatie, rekening houdend met ethiek en je publiek.
Uit de verzamelde data blijkt dat scholen in Estland dezelfde definitie hanteren als uit de literatuurreview blijkt. De manier van verwerken is in een geïntegreerde leerlijn, volgens de principes van onderzoekend leren.
Deelvraag 2: Hoe worden informatievaardigheden verwoord in het curriculum?
In Estland is het aanleren van digitale informatievaardigheden een belangrijk onderdeel van het onderwijscurriculum. De digitale informatievaardigheden worden beschouwd als essentieel voor succesvol leren en werken in een digitale samenleving. De digitale informatievaardigheden zijn geïntegreerd in diverse vakgebieden en vormen een kernonderdeel van het curriculum voor zowel het basis- als het voortgezet onderwijs. Uit de gesprekken met leerkrachten van Laululind kindergarten bleek wel dat het niet meer alleen om pedagogiek gaat, maar om digitale pedagogiek. Zowel Anneli Mõtsmees (principal) als Vieno Rjabova (Headteacher) geven aan dat het leren van digitale informatievaardigheden spelenderwijze gebeurt, maar dat zij wel gebruikmaken van het digitale curriculum van het hogere onderwijs om te kijken of de leerlingen met voldoende vaardigheden naar de basisschool gaan. Ook bij het bezoek aan Tartu Internationale School blijkt dat het aanleren van digitale informatievaardigheden niet een vak apart is, maar onderdeel uitmaakt van het curriculum. Vanuit het International Baccalaureate-curriculum (IB-curriculum) is er wel een unit over internetveiligheid. Een unit in het IB-curriculum is een gestructureerd leerblok waarin een specifiek thema, in dit geval internet veiligheid, wordt behandeld. Dit gebeurt op en een interdisciplinaire manier en is gericht op het ontwikkelen van conceptueel begrip en (digitale) onderzoeksvaardigheden (International Baccalaureate Organization, 2015). De Grade 8-studenten die bevraagd zijn, gaven aan dat zij vorig jaar die unit hebben gehad. Hierbij hebben de oudere leerlingen de jongere leerlingen onder andere les gegeven over internetveiligheid en digitale informatievaardigheden.
Het Estse Ministerie van Onderwijs en Onderzoek heeft dus een curriculum ontwikkeld waarin digitale geletterdheid en informatievaardigheden zijn geïntegreerd in het onderwijs. Het uitgangspunt van dit curriculum is dat leerlingen naast basisvaardigheden, zoals het gebruik van computers en software, ook gevorderde digitale vaardigheden moeten ontwikkelen, waaronder kritisch zoeken, het evalueren van digitale informatie en het verantwoord gebruiken van digitale bronnen. Een sterke nadruk wordt gelegd op mediawijsheid, waarbij leerlingen leren om de betrouwbaarheid van digitale bronnen te beoordelen en privacy en online veiligheid te waarborgen. Dit blijkt ook uit initiatieven van het ministerie, waarbij wordt benadrukt dat digitale geletterdheid een noodzakelijke vaardigheid is voor toekomstige deelname aan de arbeidsmarkt. Hierin zien zij kritisch denken en probleemoplossend vermogen als centrale competenties (Estonian Ministry of Education and Research, 2021).
De verschillende resultaten uit de gesprekken met de leerkrachten worden bevestigd door onderzoek van Pedaste (2023). Hij heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar de integratie van digitale vaardigheden in het Estse onderwijs. Volgens hem zijn digitale informatievaardigheden niet alleen bedoeld voor kennisverwerving, maar ook om actief en probleemoplossend leren te faciliteren. Hij beschrijft dat Estse scholen gebruikmaken van inquiry-based learning (onderzoekend leren), waarbij digitale middelen worden ingezet om leerlingen te ondersteunen in het formuleren van onderzoeksvragen, het zoeken en analyseren van informatie, en het presenteren van bevindingen. Hij betoogt dat technologie niet op zichzelf een doel is, maar dient als middel om diepgaand leren en zelfregulerend leren te bevorderen. Zijn onderzoek toont aan dat een sterke nadruk op digitale informatievaardigheden bijdraagt aan de ontwikkeling van zelfstandige en kritische denkvaardigheden bij leerlingen.
Deze benadering van het Estse curriculum toont hoe technologie en onderwijs samen kunnen bijdragen aan het bevorderen van 21e-eeuwse vaardigheden, met een sterke nadruk op digitale geletterdheid en kritisch denken.
Deelvraag 3: Hoe komen informatievaardigheden terug in de praktijk in het Estse onderwijs?
In het Estse onderwijs komen informatie- en digitale vaardigheden uitgebreid aan bod door middel van geïntegreerde programma’s en infrastructuur die zowel scholen als leraren ondersteunen. Een belangrijk element hierin is het ProgeTiger-programma (2021) dat digitale geletterdheid bevordert door kinderen al op jonge leeftijd kennis te laten maken met technologie, zoals programmeren en robotica. Dit programma omvat activiteiten vanaf de kleuterklas tot en met het voortgezet onderwijs, waarbij kinderen op een speelse manier basisvaardigheden leren die relevant zijn voor de 21e eeuw. Deze vroege interactie met technologie helpt hen niet alleen in hun technische vaardigheden, maar bevordert ook samenwerking en creatief denken. In Laululind Kindergarten wordt gebruikgemaakt van robots en andere digitale middelen, waardoor technologie op natuurlijke wijze deel uitmaakt van hun dagelijkse activiteiten. Deze aanpak maakt digitale geletterdheid een vanzelfsprekend onderdeel van het leerproces omdat het in hun dagelijkse activiteiten is ingebed.
Veiligheid en kritisch denken staan centraal in de digitale educatie in Estland. Vanaf jonge leeftijd leren kinderen in scholen zoals de Tartu International School om bewust en veilig met online informatie om te gaan en kritisch te kijken naar de betrouwbaarheid van bronnen. De nadruk ligt op technologie als hulpmiddel, niet als doel op zich, zodat leerlingen leren om technologie effectief en verantwoord te gebruiken.
Het Digipädevus-model (Haridus- ja Noorteamet, z.j.) biedt richtlijnen en ondersteuning voor leraren om technologie effectief in te zetten. Leraren kunnen via diverse platforms toegang krijgen tot evaluatietools en trainingen, wat hen helpt hun digitale kennis uit te breiden en didactisch verantwoorde keuzes te maken in hun lessen. Uit het interview met professor Margus Pedaste blijkt dat het belangrijk is om leraren als experts op te leiden die autonoom kunnen omgaan met technologische hulpmiddelen en innovaties
Onderzoek door Pedaste & Kallas (2023) bevestigt dat een constructieve integratie van digitale middelen in lessen de leerresultaten verbetert. Ze benadrukken het belang van taken die interactie vereisen en het combineren van de bestaande kennis van leerlingen met nieuwe informatie. Op basis hiervan worden leraren gestimuleerd om digitale hulpmiddelen verder te ontwikkelen, waarbij de focus ligt op interactieve en samenwerkende lesmethoden die de betrokkenheid van leerlingen vergroten en bijdragen aan hun digitale geletterdheid.
Estland bevordert een cultuur waarin leerlingen en leraren van elkaar leren. Oudere leerlingen helpen jongere leerlingen met digitale basisvaardigheden, wat samenwerking en verantwoordelijkheidsgevoel versterkt. Leraren hebben veel autonomie in het toepassen van technologie en via netwerken delen ze kennis en lesmateriaal met elkaar. Dit netwerk ondersteunt de ontwikkeling van innovatieve lesmethoden die passen bij de behoeften van elke klas.
Uit het interview met professor Pedaste blijkt dat de Estse benadering van digitale geletterdheid is gericht op drie bredere doelen: zelfontplooiing, openheid voor nieuwe ideeën en levenslang leren. Digitale geletterdheid wordt niet specifiek getoetst, maar organisch opgenomen in het onderwijs. Deze doelen zijn tijdloos en helpen leerlingen om technologie als hulpmiddel te zien in hun ontwikkeling, zodat ze beter kunnen omgaan met toekomstige technologische ontwikkelingen. Door deze benadering biedt Estland een doorlopende leerlijn die leerlingen voorbereidt op een veilige, effectieve en flexibele omgang met technologie.
Deelvraag 4: Is er controle op het gebruik van informatievaardigheden in de verschillende onderdelen van het curriculum?
Uit het interview met Pedaste komt naar voren dat scholen een grote autonomie ervaren in het ontwerpen, uitvoeren en controleren van onderwijs. Dit betekent ten eerste dat er niet, zoals in Nederland, controle is op het onderwijs door een inspectie. Ten tweede is het zo dat digitale geletterdheid, waaronder de informatievaardigheden, niet getoetst wordt. Digitale geletterdheid wordt organisch in het onderwijs, verspreid over alle vakken, gebruikt, waardoor het geheel moeilijk te vatten is in toetsgegevens.
Inmiddels blijkt uit onderzoek van Pedaste et al. (2023) dat er een groeiende behoefte is aan toetsing, om gefundeerd uitspraak te kunnen doen over het niveau van leerlingen. Deze toetsing dient op een holistische wijze te gebeuren om recht te doen aan de complexiteit van de diverse scholen en om de autonomie van de scholen in stand te houden. In de praktijk is dit nog niet gerealiseerd, zo blijkt uit de verschillende interviews met leerkrachten.
Deelvraag 5: Kent het Estse onderwijs een doorlopende leerlijn met betrekking tot informatievaardigheden?
Een leerlijn in het onderwijs beschrijft een structureel, stapsgewijs ontwikkelingspad waarin leerlingen steeds complexere vaardigheden en kennis verwerven. Leerlijnen helpen docenten om onderwijsdoelen effectief te vertalen naar leeractiviteiten die aansluiten bij de ontwikkeling van leerlingen. Ze worden gebruikt om inzicht te geven in de logische volgorde waarin kennis en vaardigheden opgebouwd worden, zodat onderwijs op maat gegeven kan worden. Vooral in vakken zoals taal, rekenen en burgerschap worden leerlijnen toegepast om continuïteit en samenhang in het curriculum te waarborgen.
Volgens SLO (2023) stelt dat een leerlijn een beschrijving geeft van de leerroute die een leerling aflegt om een bepaald leerdoel binnen een bepaald leergebied te bereiken. Hierbij helpen tussen- en einddoelen om de voortgang te monitoren.
Leerlijnen bieden een waardevolle structuur voor de opbouw van kennis en vaardigheden binnen verschillende vakgebieden. In de internationale setting wordt ook gebruik gemaakt van leerlijnen om het onderwijs te structuren. In Estland wordt deze aanpak versterkt door het Digital Competence (DC) Model (Kallas & Pedaste, 2022). Het model fungeert als leerlijn voor digitale vaardigheden en draagt bij aan een doorlopende ontwikkeling van digitale geletterdheid in het hele onderwijssysteem. Het DC-model, onderdeel van het “Estonian Lifelong Learning Strategy 2020” werd ontwikkeld door een team van onderzoekers en onderwijsprofessionals in samenwerking met het Ministerie van Onderwijs. Volgens Pedaste et al. (2023) betreft het DC-model niet alleen het cognitieve aspect, maar ook competenties waarin cognitieve aspecten verbonden zijn met zowel motivatie- als gedragsaspecten.
Het DC-model wordt gekenmerkt door vijf verschillende deelgebieden, namelijk probleemoplossend vermogen, informatievaardigheden, communiceren & samenwerken, digitale content creëren, veiligheid en probleemoplossend vermogen. Als de competenties goed geïntegreerd worden in het onderwijs, vormt het een goede basis voor de ontwikkeling van digitaal competente leerlingen. (Pedaste et al., 2023)
De benadering van Estse scholen bij het ontwikkelen van de digitale competenties van leerlingen varieert aanzienlijk. Dit hangt sterk af van de vraag of het curriculum van de school een verplichte computervaardigheden- of informaticales bevat, of dat digitale competentie uitsluitend geïntegreerd wordt in de vaklessen. Sommige scholen bieden digitale informatievaardigheden in elk leerjaar, terwijl andere scholen geen aparte lessen aanbieden voor het ontwikkelen van digitale vaardigheden. Om deze reden is er geen sprake van een uniforme aanpak voor het bevorderen van de digitale competenties van leerlingen. Scholen moeten, door gebruik te maken van elkaars ervaringen, de meest passende methode vinden voor hun eigen onderwijsinstelling (Haridus- ja Noorteamet, z.j.).
De Kindergarten in Tartu gebruikt het DC-model als richtlijn voor het ontwikkelen van de vaardigheden voor de leerling. Zo geeft directrice Anneli Mõtsmees aan: “Onze school gebruikt deze evaluatiedoelen om richting te geven aan de lessen, zodat aan het einde van de schoolperiode alle doelen aan bod zijn gekomen. In de praktijk zien we dat veel leerlingen deze doelen al ruimschoots beheersen voordat ze de kleuterschool verlaten.” . Ze geeft aan dat er een beroep op ouders wordt gedaan als kinderen de evaluatiedoelen nog niet beheersen. Ook op de internationale school van Tartu wordt het DC-model geïntegreerd in het bestaande curriculum. Zo vertelt Elo-Kai Kurel (educational technologist): “Digitale vaardigheden zijn niet het doel op zich, maar een middel om het onderwijs vorm te geven.” De leerkrachten integreren digitale informatievaardigheden in het bestaande programma, maar kijken naar de specifieke leerbehoefte van de leerling om te bepalen welke vaardigheden leerlingen nog moeten aanleren. Je zou kunnen stellen dat leerlingen op hun eigen niveau werken in de leerlijn voor digitale informatievaardigheden.
Margus Pedaste (Professor of Educational Technology) geeft in het interview aan dat het DC-model inmiddels achterloopt op de vaardigheden die leerlingen zouden moeten beheersen. Met de exponentiele ontwikkeling van digitale technologie vraagt de leerlijn een meer holistische benadering voor het Estse onderwijs. Momenteel wordt er daarom gewerkt aan een vernieuwd competentiemodel. Bij dit model ligt de focus op het beschrijven hoe digitale technologieën kunnen worden gebruikt om onderwijs en training te verbeteren en ontwikkelen.
Conclusie
Hoe zijn informatievaardigheden geborgd in het curriculum van het Estse onderwijs?
Uit de verzamelde data blijkt dat informatievaardigheden in het Estse onderwijs worden gezien als cruciale competenties die leerlingen in staat stellen om digitale informatie kritisch te zoeken, beoordelen, verwerken en gebruiken. Deze vaardigheden zijn niet alleen essentieel voor succesvol leren in een digitale samenleving, maar ook voor het ontwikkelen van kritische denkvaardigheden en probleemoplossend vermogen.
De verzamelde data bevestigt dat het onderwijssysteem in Estland sterk inzet op de integratie van digitale informatievaardigheden binnen het curriculum. Dit gebeurt via een geïntegreerde leerlijn en volgens de principes van onderzoekend leren. Digitale informatievaardigheden worden beschouwd als essentieel voor het succes van leerlingen en worden spelenderwijs aangeleerd vanaf jonge leeftijd, zoals blijkt uit de praktijkvoorbeelden van Laululind kindergarten en Tartu Internationale School. De doorlopende leerlijn van digitale vaardigheden, zoals beschreven in het DC-model, ondersteunt de ontwikkeling van digitaal competente leerlingen. Dit model wordt geïntegreerd in het onderwijs, maar de aanpak varieert per school. Het continu aanpassen en vernieuwen van deze leerlijn is essentieel om in te spelen op de snelle technologische ontwikkelingen.
Het Estse curriculum legt een sterke nadruk op zelfontplooiing, openheid voor nieuwe ideeën en levenslang leren, waarbij digitale geletterdheid organisch is ingebed in het onderwijs. Hoewel er momenteel geen toetsing plaatsvindt specifiek gericht op digitale geletterdheid, is er wel een groeiende behoefte aan holistische evaluatiemethoden om het niveau van leerlingen beter te kunnen beoordelen.
Al met al laat het onderzoek zien dat het Estse onderwijs effectief gebruikmaakt van informatie- en digitale vaardigheden om leerlingen voor te bereiden op een digitale toekomst, waarbij een holistische en flexibele benadering centraal staat. Deze aanpak kan dienen als voorbeeld voor andere onderwijsinstellingen wereldwijd.