
Theoretisch kader internationale studiereis Estland 2024-2025
Op welke wijze worden informatievaardigheden in het Estse onderwijs aangeleerd?
Hoofdvraag
Literatuurreview
Nederland, Europa en de hele wereld worden in toenemende mate afhankelijk van informatie. De rol die informatie speelt, wordt steeds groter en intensiever. Neem bijvoorbeeld het toenemend data-gestuurd werken binnen bedrijven of de rol die informatie speelt in de oorlog tussen Rusland en Oekraïne en de presidentsverkiezingen in Amerika. Informatie is van levensbelang geworden en die rol dreigt niet te versoberen. Deze toename in belang vertaalt zich door naar de positie van de mens in de maatschappij. De veranderende relatie tussen mens en machine vraagt om andere denkwijzen. Immers, steeds vaker kunnen computers complexe denktaken van mensen overnemen en die verbeteren terwijl de mens zich kan onderscheiden door creatieve processen en sociale vaardigheden (Rooyen, 2021). Hiermee wordt de urgentie om leerlingen te onderwijzen in deze materie verhoogd, waarbij we niet kunnen veronderstellen dat deze leerlingen de vereiste vaardigheden reeds in huis hebben, ook al is dat een gangbare gedachte. De vaardigheden die worden gevraagd om informatie goed te kunnen beoordelen en te duiden verschillen drastisch van de vaardigheden waarover leerlingen mogelijk reeds beschikken (Van der Kaap & Schmidt, 2007).
Voor het onderwijs ligt er daarom een taak om de leerlingen te onderwijzen in het verstandig gebruikmaken van informatie. Thijs et al. (2014) noemen deze vaardigheden al in het kader van de 21e-eeuwse vaardigheden, waarbij de vaardigheid van digitale geletterdheid draait om de rol van (digitale) informatie ofwel het vermogen digitale informatie en communicatie verstandig te gebruiken en de gevolgen daarvan kritisch te beoordelen. Thijs et al. (2014) gaan ervan uit dat er onderscheid wordt gemaakt tussen drie facetten van digitale geletterdheid, namelijk ICT-(basis)vaardigheden, mediawijsheid en informatievaardigheden, waarbij de laatste toewerkt naar een leerling die mediawijs is.
Dit onderzoek richt zich in het licht van digitale geletterdheid op het facet van de digitale informatievaardigheden. Hieronder worden de competenties verstaan die de leerlingen in staat stellen om [digitale] informatie kritisch te zoeken, vinden, beoordelen en verwerken (Boetje & Heitink, 2024). Hierbij kiest dit onderzoek de vergelijking tussen de Nederlandse en de Estse context, waarbij het eerste deel van dit theoretisch kader ingaat op de vraag hoe informatievaardigheden zijn geïntegreerd in bestaande Nederlandse curricula en het tweede deel de rol van informatievaardigheden in het Estse onderwijs onderzoekt.
Het SLO, als belangrijkste vertegenwoordiger van Nederlandse curricula, stelt dat een geïntegreerde aanpak van de 21e-eeuwe vaardigheden, met daarbij behorend de digitale geletterdheid, van belang is in het Nederlands onderwijssysteem. Binnen de kerndoelen voor het primair onderwijs en de kerndoelen voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs is onderzocht welke plek digitale vaardigheden innemen (Thijs et al., 2014). De digitale vaardigheden worden respectievelijk 5 en 8 keer genoemd. Daarbij is er vooral aandacht voor de ICT-(basis)vaardigheden en de informatievaardigheden. Ten aanzien van de leermiddelen die gebruikt worden, is te zeggen dat er in het primair onderwijs relatief weinig aandacht is voor de aspecten van digitale vaardigheden. In de onderbouw van het voortgezet onderwijs is deze aandacht groter. Van Rooyen (2021) geeft aan dat scholen erkennen dat ze een rol hebben in het digitaal vaardig maken van leerlingen, maar dat het vaak sporadisch gebeurt. Zij beschrijft drie knelpunten waar aandacht aan moet worden besteed om een fundament te leggen onder dit leergebied. Deze knelpunten zitten op het gebied van kansenongelijkheid, professionalisering van scholen en kennis van het leergebied.
De curricula van Nederland worden veelvuldig vergeleken met de curricula van Estland. Immers, sinds enkele jaren staat het Estse onderwijs hoog op de PISA-ranglijsten (Avvisati et al., 2019). Opvallend voor een relatief klein en arm land, een land dat zich jarenlang onder de vleugels van de Sovjet-Unie bevond. Hoe heeft Estland zich in de achterliggende jaren ontwikkeld en welke succesfactoren maken dat het land structureel zo hoog op de internationale ranglijsten scoort? Het onderstaande onderzoek kiest in dit licht de focus van het aanleren van informatievaardigheden, als onderdeel van de 21e-eeuwse vaardigheden, waarbij het eerste deel van het theoretisch kader de context schetst van het Estse onderwijs.
Om de ontwikkelingen en de groei van het Estse onderwijs te kunnen duiden, moet er eerst gekeken worden naar de historisch-culturele achtergrond van Estland. Volgens Eisenschmidt et al. (2023) wordt dit bepaald door twee elementen, namelijk een geschiedenis waarin het land altijd onderdeel uitmaakte van een groter rijk en de protestantse visie op de wereld. In de armoede wisten veel inwoners dat de enige weg om te ontsnappen die van educatie was. Diezelfde route van educatie zorgde voor een claim op een unieke Estse identiteit van burgers, wat gepaard ging met een collectief gedachtegoed van ‘aim high and work hard’, wat zich in de 19e eeuw manifesteerde (Eisenschmidt et al., 2023) en wat wordt gezien als de protestante werkethiek. Dit collectieve gedachtegoed ging gepaard met enkele facetten die inmiddels worden genoemd als belangrijkste succesfactoren van het Estse onderwijs. Naast de eerdergenoemde mindset zijn dit: autonomie van de leerkrachten, brede maatschappelijke ondersteuning, een overheid die zich toelegt op wetenschappelijk gestaafde kennis en het promoten van gelijkheid en een divers en snel reagerend schoolnetwerk.
De huidige maatschappelijke steun en het vertrouwen in het educatieve systeem en de leerkrachten vertaalt zich in grote financiële bijdragen uit NGO’s (Niet-gouvernementele organisatie), wat het mogelijk maakt om in te zetten op digitaal onderwijs. Dit mondt uit in een hoge score op informatie- en communicatievaardigheden, waarbij 83% van de leerlingen op de middelbare school gelijk of hoger scoort dan het internationale gemiddelde (Eisenschmidt et al., 2023).
Vanuit de literatuurreview wordt de volgende hoofdvraag geformuleerd, die centraal staat in dit onderzoek:
Hoe zijn digitale informatievaardigheden geborgd in het curriculum van het Estse onderwijs?
Vanuit deze onderzoeksvraag worden enkele deelaspecten onderzocht, waarvoor de volgende deelvragen zijn geformuleerd:
- Wat zijn digitale informatievaardigheden?
- Hoe worden digitale informatievaardigheden verwoord in het curriculum?
- Hoe komen digitale informatievaardigheden terug in de praktijk in het Estse onderwijs?
- Is er controle op het gebruik van digitale informatievaardigheden in de verschillende onderdelen van het curriculum?
- Kent het Estse onderwijs een doorlopende leerlijn met betrekking tot digitale informatievaardigheden?